Vraag & Antwoord
Most frequent questions and answers
De meest voor de hand liggende vraag met een voor de hand liggend antwoord; u verdient alles weer dubbel en dwars terug binnen afzienbare tijd. De maatregelen die CO2 besparen, besparen u namelijk ook maandelijkse kosten gezien deze direct zijn verbonden aan het consumeren van energiedragers. Door deze besparing in maandelijkse lasten verdient u ons ook terug. Daarnaast krijgt u voor het werk wat wij voor u gaan verzetten ook een subsidie. Dat scheelt.
De hoogte van deze subsidie hangt weer af van de hoogte van uw fiscale winst en de kosten die u kwijt bent aan ons. De kosten die u kwijt bent aan ons zijn afhankelijk van de grootte van uw organisatie in termen van werknemers, vestigingen, omzet, product of service lijnen etc.
Laat een bericht achter en we plannen een kort gesprek zodat we een inschatting kunnen doen.
De CO2-voetafdruk is eigenlijk een broeikasgas-afdruk waarin alle broeikasgassen worden meegenomen. Naast CO2, zijn de belangrijkste broeikasgassen methaan, lachgas, waterdamp en ozon. Het belangrijkste broeikasgas wat bijdraagt aan de opwarming van de aarde is CO2, vandaar de naam CO2-voetafdruk. Andere gassen worden in mindere mate uitgestoten.
Het effect van 1 kg methaan op de opwarming is echter 28 keer zo zwaar als CO2. Bij het uitstoten van bijvoorbeeld 1 kg methaan én 100 kg CO2, dan zou de uitkomst van de CO2-voetafdruk 128 kg CO2-eq zijn. We rapporteren namelijk in de equivalenten van het CO2-effect zodat we een eenduidige uitkomst krijgen.
De voornaamste subsidies betreffen de Energie Investerings Aftrek (EIA) en de Milieu Investerings Aftrek (MIA). Deze vormen in ieder geval in de komende jaren, de leidraad voor de CO2 besparingen die wij realiseren met onze partners.
Ook over het werk wat wij voor u verrichten is een EIA subsidie beschikbaar welke wij voor u zullen aanvragen!
Over de jaren zullen subsidies en wetgevingen veranderen. Door het partnerschap van stap 3 willen we verzekeren dat we het maximale uit subsidies kunnen halen op weg naar 2030. Wanneer er onvoorziene wijzigingen plaatsvinden in het subsidiebeleid kunnen we de route altijd wijzigen zodat we sneller op bestemming zijn!
Wanneer uw organisatie meer dan 50.000 kWh elektriciteit, en/of meer dan 25.000 m3 aardgasequivalenten verbruikt heeft u een energiebesparingsplicht. Dit houdt in dat u energiebesparende maatregelen moet nemen met een terugverdientijd van minder dan 5 jaar.
Vanaf 1 juli 2019 verplicht de Wet Milieubeheer u om uw verbruik én de door u te nemen energiebesparende maatregelen van uw inrichting rapporteren aan het RVO.
Deze plicht kunt u gemakkelijk dekken middels ons traject.
Duurzame ontwikkeling: Een ontzettend breed begrip wat vaak onvolledig of onjuist wordt gebruikt. Voor ons de meest gangbare en complete definitie is die opgesteld in het Brundtland-rapport; Our Common Future uit 1987:
“Duurzame ontwikkeling is een ontwikkeling waarbij de huidige wereldbevolking in haar behoeften voorziet zonder de komende generaties te beperken om in hun behoeften te voorzien.”
Wat bovenstaande definitie van duurzame ontwikkeling ons verteld is dat het een erg breed begrip is. De impact van je bedrijf verspreidt zich over verschillende sectoren; van luchtkwaliteit tot uitputting van grondstoffen, van de kwaliteit van leven van werknemers tot het leefgebied van jaguars in Brazilië .
Wij weten als geen ander dat duurzame ontwikkeling geen eenvoudig proces van A naar B is. Het is in iedere situatie een unieke reis waarbij met vallen en opstaan wordt ontdekt welke wegen zullen leiden tot een duurzame toekomst.
Om een duurzame ontwikkeling voor onze partners duidelijk en behapbaar te krijgen kiezen we voor een duidelijk en gestructureerd doel; CO2-neutraal in 2030.
Tijdens onze reis naar een CO2-neutraal 2030 met onze partners blijft altijd ruimte voor het opzetten van aanvullende doelen en projecten binnen de kaders van duurzame ontwikkeling, afhankelijk van de wensen.
De CO2-doelstelling van Europa is om een 55% netto vermindering van broeikasgassen ten opzichte van 1990 te behalen.
De doelstelling van Nederland is een netto vermindering van 49% ten opzicht van 1990, oftewel ‘bijna de helft’.
Voor het behalen van deze doelstellingen zijn subsidies en wetgevingen opgesteld die over de komende jaren verder zullen worden uitgebreid. Om deze reden vinden wij het van belang om de relatie met onze partners aan te gaan tot aan 2030, zodat wij kunnen inspelen op nieuwe wetgeving en subsidies.
Om te beginnen, compensatie is goed, reductie is nog veel beter. Voorkomen is namelijk ook beter dan genezen.
Uiteindelijk is het zaak om geen CO2 meer toe te voegen aan de atmosfeer. Het ‘onttrekken’ van CO2 aan de atmosfeer door middel van compensatie is namelijk niet hetzelfde en heeft vele haken en ogen die we hieronder verder toelichten. Het is namelijk lastig om één op één te compenseren en als dat al lukt betreft het niet dezelfde koolstofcyclus. Ook kan het een vrijbrief creëren om op locatie door te gaan met uitstoot omdat het ergens anders ‘toch wordt gecompenseerd’.
Bij herbebossing wordt uitstoot gecompenseerd met het aanplanten van bomen. Bomen nemen CO2 op uit de atmosfeer om dit middels fotosynthese om te zetten in groei! Maximaal bomen planten dus…?! Maar toch zitten hier wat haken en ogen aan en is het absoluut cruciaal om bomen te planten in combinatie met radicale reductie maatregelen. Biologisch gezien betreft het groeien van bomen en het oppompen van fossiele brandstoffen namelijk twee compleet verschillende koolstofcycli, een korte en een lange cyclus.
Een boom leeft, afhankelijk van de locatie en het ecosysteem, gemiddeld 26 jaar. Bomen vallen om door stormen, ziektes of door andere bomen. Zodra een boom valt en gaat rotten komt de opgenomen CO2 weer vrij in de atmosfeer. Dit is onderdeel van de korte koolstofcyclus.
Fossiele brandstoffen liggen al honderdduizenden tot miljoenen jaren onder de aardkorst ‘opgeslagen’. De afgelopen decennia zijn enorme hoeveelheden van deze voorraden, zoals kolen, olie, en gas opgegraven of opgepompt om in te zetten voor het voeden van onze enorme energieconsumptie. Tijdens de verbranding van deze stoffen wordt de koolstof uit deze ‘permanente’ opslag aan de atmosfeer weer toegevoegd en vormt daarmee de lange koolstofcyclus.
Dus: bomen zijn tijdelijk koolstofopslag en fossiele brandstoffen in theorie permanent, een directe compensatie is daardoor niet mogelijk. Overigens zijn er wel positieve neveneffecten aan het planten van bomen die, mits goed uitgevoerd, weer bijdragen aan andere aspecten van duurzame ontwikkeling. Zo herstellen herbebossingsprojecten ook ecosystemen door de terugkeer van flora en fauna en het herstellen van de bodem.
Hier is een enorme variabiliteit aan projecten mogelijk. Denk bijvoorbeeld aan het installeren van zonnepanelen en een batterij in kleine dorpjes die niet aangesloten zijn op het reguliere elektriciteitsnetwerk. Bewoners van dergelijke dorpen zijn afhankelijk van alternatieve bronnen voor licht en stroom die veel CO2 uitstoten, bijvoorbeeld kerosine lampen. Deze bronnen worden vervangen door elektriciteit uit het PV-systeem waardoor de CO2-uitstoot daar verminderd.
Ook deze vorm van compensatie kan, evenals de herbebossingsprojecten het planten van bomen, op zichzelf een vrijbrief zijn om je eigen CO2-uitstoot niet te reduceren.
Aan de andere kant hebben dergelijke projecten, evenals herbebossing, nog andere positieve neveneffecten. Denk aan een verbetering van de kwaliteit van leven in de ontwikkelingsgebieden.
Een derde vorm van compensatie is ‘carbonkillen’ binnen het Emission Trading Scheme (EMTS).
In het kort: het EMTS is het CO2-rechten handelssysteem wat sinds 2005 bestaat in de EU. Het idee is slim geplaatst binnen kapitalistische normen. Namelijk een monetaire waarde toekennen aan de uitstoot van CO2, waarvan de totale CO2-uitstoot wordt bepaald door het aantal rechten. Per jaar verminderen we het aantal rechten, hierdoor gaat de prijs per recht omhoog en dus per ton CO2-uitstoot. Hierdoor ontstaat er een financiële prikkel voor het nemen van reducerende maatregelen.. Dit handelssysteem geldt alleen voor de grote industrie en de luchtvaart. De reden dat het niet optimaal werkt is omdat er in de ontwikkelingsfase in 2005 veel meer rechten zijn uitgegeven in vergelijking met de uitstoot waardoor de prijs per CO2-uitstoot te laag werd. Per 2021 is het doel om dit systeem echt effectief te maken.
Hoe kunt u hier mee compenseren? Nou, door rechten uit het systeem op te kopen en die vervolgens te vernietigen zodat vervuilende bedrijven deze rechten niet kunnen gebruiken. Dit worden ‘Carbonkillers’ genoemd.